JWT-validatie zorgt ervoor dat het token niet is gemanipuleerd, een cruciale stap in veilige authenticatie. Tokens die niet valideren, kunnen kwaadwillig zijn aangepast en hun inhoud mag niet worden vertrouwd.
Symmetrische algoritmen zoals HS256 gebruiken dezelfde sleutel voor ondertekening en verificatie. De sleutel moet exact overeenkomen met die bij generatie om succesvol te valideren.
Asymmetrische algoritmen zoals RS256 gebruiken een privésleutel voor ondertekening en een publieke sleutel voor verificatie, wat alleen de publieke sleutel vereist voor verificatie en de veiligheid van sleutelverdeling verbetert.
Onjuiste sleutels, gemanipuleerde tokens, niet-overeenkomende algoritmen en onjuiste tokenformaten zijn veelvoorkomende oorzaken van validatiefouten en moeten individueel worden onderzocht.
Het wordt aanbevolen om JWT bij elk API-verzoek te valideren om de tokenvaliditeit te waarborgen. Voor frequente validatie kan caching van validatieresultaten worden overwogen voor prestatieoptimalisatie.
Lokale validatie voorkomt dat sleutels via het netwerk worden verzonden, wat het risico op lekken vermindert, vooral geschikt voor validatiebehoeften in gevoelige omgevingen.